· 

Mijn kind piekert wat af!

 

Terwijl kinderen de wereld verkennen, komt er heel wat nieuws op ze af om over na te denken en te verwerken. Dat dát tot allerlei vragen en hersenspinsels leidt is niet zo vreemd. Angstgedachten en fascinatie voor de eigen fantasie zijn op zich heel normale verschijnselen tijdens de verschillende ontwikkelingsstadia die kinderen doorlopen. Iedere ouder of opvoeder is dan ook wel bekend met de 'waarom fase'. 

Het kinderbrein is sterk in ontwikkeling en past dus telkens de nieuw verworven strategieën toe. Maar als je merkt dat je kind de gedachtestroom niet meer kan loslaten, het meeneemt naar bed, zich er minder door kan concentreren overdag en er regelmatig door van streek raakt,

verandert de 'waarom vraag' in de 'wat als vraag'

en heb je misschien te maken met een echte piekeraar.

 

Kinderen die sterk de neiging hebben om te piekeren, kunnen over de meest uiteenlopende zaken inzitten. Of het nou gaat om zaken uit het dagelijks leven zoals: school, de tandarts en sociale contacten of de meer abstracte zaken als: leven en dood, het milieu en dierenleed. Deze zaken houden ze dan dusdanig in de greep dat het een emotionele impact heeft. Het simpelweg geruststellen of afleiden naar een ander onderwerp heeft dan weinig tot geen nut, omdat het

thema toch blijft rondspoken in het hoofd van het kind. Vaak merk je het aan afwezig, stil en somber gedrag. Maar een extraverte piekeraar zal zich eerder druk, praatgraag en opgewonden gedragen.

 

 

Op zoek naar houvast

Een kind dat veel piekert, is op zoek naar houvast. De drukte in het hoofd geeft onrust, onzekerheid en soms ook flink wat angst. Als ouder kun je die houvast deels bieden door open te staan voor de gedachten van je kind, het te laten vertellen wat er allemaal in 'm omgaat en er samen over te praten zonder het af te doen als 'onzinnige gedachten' (want daarmee gaat het gepieker echt niet weg). Maar je biedt een kind nog meer houvast, door het manieren te helpen vinden om het gepieker zelf de baas te blijven. 

 

De manieren die hierbij goed kunnen werken, zijn per leeftijd verschillend. Maar belangrijk is om vooral gebruik te durven maken van de fantasiewereld van het kind. 

Piekeraars zijn vaak uiterst creatief; het vermogen om alsmaar door te denken brengt ze ook op de meest geweldige ideeën. Als een kind ergens door geboeid is, kan het dát gebruiken om mee aan de slag te gaan en bijvoorbeeld al schilderend, zingend, of dichtend los te gaan op het thema. Zo krijgt het thema een andere uiting, wordt het plotseling concreter, wordt het verwerkt en uiteindelijk minder dominant in het hoofd.

 

Tip 1: Mindmap (gepieker in kaart)

Als een kind door al het gepieker het overzicht lijkt kwijt te raken, kan het erg helpen om het letterlijk in kaart te laten brengen van wat er allemaal speelt. Net als in een mindmap bijvoorbeeld. 

Een kind kan dit heel goed zelf doen door tekeningen te maken, kernwoorden op te schrijven of uit te knippen en dit eventueel te delen (als die behoefte er is) of een plek te geven in bijvoorbeeld een mapje. Als het overzicht er weer is, kan een wat ouder kind ook een stappenplan maken om de gedachten de baas te worden.

 

Tip 2: Beweging om te aarden

Kinderen die veel piekeren kunnen moeilijk ‘uit hun hoofd komen’. Activiteiten waarbij ze meer met hun lijf bezig zijn, zoals: sport, dans of yoga helpen ze goed te aarden.

Maar ook samen gaan hardlopen, wandelen, fietsen, potje stoeien of een sportief spel in de buitenlucht, zijn middelen die altijd binnen handbereik liggen.

 

Tip 3: Fantaseer erop los!

Met fantasie kun je alle kanten op, vooral met jongere kinderen. Stel dat je te maken hebt met een kind dat gek is op alles dat met astronauten en de ruimte te maken heeft, plaats de piekerthema's dan in een setting waarbij de figuren uit de ruimte, een speciale rol krijgen. 

Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan een 'piekerplaneet' waar alle gedachten met een raket naartoe gaan, wezentjes die daar wonen en de gedachten opruimen met een speciale machine. Maar ook een ruimteschip waar de piekeraar als astronaut mee kan reizen naar de 'stiltester' of de 'kalmte komeet' en fantaseer zo maar door. Laat vooral het kind de details invullen. Als je een klein voorzetje geeft, vult een kind het vaak feilloos aan. Zo'n denkbeeldig scenario kan allerlei vormen krijgen: als 

vervolgverhaal voor het slapengaan, als beeldend project met speelgoedfiguren of in tekeningen bijvoorbeeld. 'The sky is the limit' ;)

 

 

Begrenzing zonder afwijzing

Een echte piekeraar zal misschien altijd wel de neiging tot piekeren houden. De ene periode zal het sterker tot uiting komen dan de andere. Het is een eigenschap die zowel positieve als negatieve kanten heeft. Naar mijn idee gaat het er niet om dat je een kind van deze eigenschap af wilt helpen, maar dat je het helpt om manieren te verkennen waarop het meer de baas erover kan zijn (op momenten dat het als een last wordt ervaren). 

Uitingen als 'loop je weer de hele tijd te piekeren?' of 'je moet niet altijd zo doordenken over alles', werken wat dat betreft niet mee. Een kind zal dan eerder het gevoel krijgen dat het minderwaardig is doordat het deze neiging heeft.

 

Met begrenzen is echter niets mis. Als je de ruimte hebt gegeven en je merkt dat een kind telkens in het zelfde cirkeltje rond blijft gaan; mag je denk ik best zeggen dat hoe moeilijk het ook is, het nu tijd is om 'naar school te gaan', 'naar bed te gaan', 'aan het huiswerk te gaan'. En dat de gedachten dan écht vanzelf minder sterk worden, omdat je dan plaats maakt voor iets anders en ze nu al heel veel tijd en ruimte hebben gekregen.

Die begrenzing is en blijft heel belangrijk voor kinderen en moeten we zeker niet uit het oog verliezen. Dit hebben ze ook nodig als houvast, naast alle begrip en ruimte die je ze wilt geven.

 

 

Door: Silvana Trivieri

www.lievemaan.nl 

 

  


Reactie schrijven

Commentaren: 0